Voor een Sociaal Nederland Samenwerken aan een Solidaire Toekomst

Behandeling motie ‘STOP verborgen toekomstige Pensioen Armoede NU’ op PvdA Politieke Ledenraad 8 mei 2014

Tegenargumentatie op Preadvies AFWIJZEN Landelijke PvdA Partij Bestuur m.b.t. verzoek PvdA afd. Borger-Odoorn de pensioen opbouw tijdens WW voort te zetten

Betreft:

De door PvdA Borger-Odoorn op de PvdA Politieke Ledenraad van jl. 8 mei te Zwolle ingediende motie luidde:  “ STOP verborgen (toekomstige) Pensioen Armoede Nu “

De motie beoogde door het instellen van een fonds het probleem van nu dat er geen pensioen meer wordt opgebouwd gedurende de periode van onvrijwillige werkloosheid (WW), te doorbreken. Nu d.w.z. bij ongewijzigd beleid, ontstaat m.i. een vijver aan armlastige bij met name de mensen in de lagere inkomensgroepen indien zij de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.

Op de bijeenkomst bleek dat het advies van de Landelijke Partij Bestuur aan de PvdA de leden van het Politieke Ledenraad was, de motie af te wijzen

De schriftelijke toelichting van Landelijke PvdA Bestuur op hun pre-advies om de motie af te wijzen luidde:

Iedereen verdient een goede oude dag. Daarvoor hebben we in Nederland de sterke combinatie tussen een AOW-uitkering en een pensioen. Ook als iemand onverhoopt een periode thuis heeft gezeten moet dat uitgangspunt overeind blijven. Dat is gelukkig ook zo. Bijna alle pensioenregelingen zijn in 2007 aangepast van een eindloonregeling naar een middelloonregeling. Een speciaal fonds voor pensioenbreuken is daarom minder nodig. De gevolgen voor het pensioen van werkloosheid zijn afgenomen. Desalniettemin is het pensioen van mensen met een klein inkomen die langdurig werkloos raken kwetsbaar. Pensioenfondsen (en dus sociale partners) staat het daarom vrij om een vervolg te geven  aan de voormalige FVP-regeling die een pensioenbreuk opvangt. Bijvoorbeeld PMT doet dit al. Dergelijke fondsen bestaan dus reeds en worden door de PvdA van harte ondersteund. Dit is echter een taak van de sociale partners.

Een uiterst merkwaardige argumentatie. Na de ten onrechte onderbreking van mijn speech door het Presidium, heb ik het Partij Bestuur dan ook direct laten weten dat haar toelichting aan alle kanten rammelde. Om aan te geven wat er aan die toelichting inhoudelijk zoal niet deugt krijg je een minuut de tijd hetgeen op voorhand ‘een mission impossible’ is om het Partij Bestuur en degene die haar vertegenwoordigt alsnog ervan te overtuigen dat op de toelichting m.i. veel, zo niet alles is af te dingen.

Mijn attaque op die toelichting had als volgt kunnen zijn :

Een financieel goede oude dag in Nederland bestaat uit een combinatie van AOW uitkering en een ‘aanvullend’ pensioen. Terecht wordt opgemerkt dat dit een sterke combinatie is. Dit laatste kan zeker gezegd worden indien het gaat om een ‘volledige’ AOW plus een ‘volledig’ aanvullend pensioen. Dus exclusief AOW gaten  en / of pensioenbreuken.

Op het moment echter van onvrijwillig werkloosheid, wordt gedurende die periode geen pensioen meer opgebouwd; er ontstaat dus een pensioenbreuk die logischerwijs een lager aanvullend pensioen tot gevolg heeft. In de lagere inkomensgroepen is dan een financieel goede oude dag onzeker geworden. Het uitgangspunt dat als iemand onverhoopt een periode thuis heeft gezeten dat een financieel goede oude dag ook dan overeind blijft, is in de huidige situatie niet houdbaar. Aanpassing van het systeem  is dan ook meer dan gewenst, daar zeker de mensen in de lagere inkomens groepen de benodigde premie voor voortzetting van de pensioenopbouw gedurende de werkloosheid niet kunnen betalen en de opgelopen achterstand in die periode ook later niet kunnen repareren. Het geld daarvoor ontbreekt domweg !

Dat de gevolgen van werkloosheid zouden zijn afgenomen als gevolg van het feit dan bijna alle pensioenregelingen in 2007 zijn aangepast van een eindloonregeling naar een middelloonregeling  en dat daarom een speciaal fonds daarom minder nodig is, daarvoor ontbreekt niet alleen de onderbouwing : Het is zelfs onjuist want die relatie op zich bestaat niet ! Eigenlijk zou genoemde overgang eerder een reden moeten zijn om juist weer een fonds op te richten daar de middelloonregeling een verslechtering betekende voor de hoogte van het aanvullend pensioen. Actuarissen hebben uitgerekend dat bij een middelloonregeling de werknemer over het algemeen niet 70% van het laatst verdiende loon zoals in geval van de eindloon regeling  krijgt, maar slechts 59%. Doordat t.g.v. deze systeemwijziging het aanvullend pensioen lager is geworden mag het toch duidelijk zijn het voor werkloosheid al kwetsbare aanvullend pensioen in de tijd gezien, hiervoor  nog kwetsbaarder is geworden. Het verschil in uitkering tussen beide systemen wordt groter naarmate mensen meer carrière maken.

(Bij de middelloonregeling is het op te bouwen pensioeninkomen gebaseerd op een gewogen gemiddelde van alle pensioengrondslagen.  Doordat salarisverhogingen alleen meetellen voor de toekomstige jaren en niet voor het verleden, is deze regeling dan ook beduidend goedkoper voor de werkgever dan de eindloonregeling. Gezien de verslechtering voor de werknemer, vraag ik mij dan ook nog steeds af waarom de vakbonden akkoord zijn gegaan met deze wijziging maar dit ter zijde).

Het Landelijk Partij bestuur zegt ten slotte dat het pensioenfondsen vrij staat om een vervolg te geven aan de voormalige FVP regeling, uiteraard zou ik zeggen.  

Een pensioenregeling wordt in Nederland immers vastgesteld door de sociale partners d.w.z. de werknemer- en werkgeverorganisaties en afhankelijk van de resultaten van de jaarlijkse cao onderhandelingen gewijzigd. Ongewenste belangenverstrengeling ligt daarbij echter op de loer vanwege het beheer van de collectieve spaarpot door individuele vertegenwoordigers van de sociale partners die niet zelden zowel bestuurder van een pensioenfonds als cao-onderhandelaar zijn. In de praktijk blijkt dat daardoor korte termijn doelen, zoals een loonsverhoging, het bijna altijd winnen van de doelen op de lange termijn omdat zowel vakbonden als werkgevers gebaat zijn bij tevreden werkenden. Bovendien is er in ene sector / branche meer financiële ruimte voor verbeteringen dan in de andere.

De veronderstelling aan de sociale partners te kunnen overlaten dat binnen afzienbare tijd voortzetting van het vroegere FVP regeling alsnog voor iedereen tot stand komt, is daarom niet realistisch. Ook is het gevaar van een tweedeling in de samenleving op dit punt niet ondenkbaar en naar mijn idee zelfs groot doordat in economisch sterkere sectoren / branches / gebieden de oprichting van een dergelijke fonds wel tot stand kan komen zie bv. PMT.  De zwakkere delen van onze economie zullen achterblijven.

Uitvoorgaande mag blijken dat van de overheid op korte termijn in deze een stimulerende en faciliterende rol verwacht mag en moet worden opdat het fonds voortzetting pensioenopbouw tijdens werkloosheid ook daadwerkelijk tot stand komt .

Werkloosheid overkomt je, je kiest er niet voor. De gevolgen moeten niet nog eens doorwerken in een volgende fase van je leven. Dat is onrechtvaardig !

Al eerder heb ik aangegeven dat de te nemen kosten nu,  wel eens veel lager kunnen zijn dan de integrale uitgaven die later door de samenleving moet worden opgebracht vanwege een aanvullende bijstandsuitkering aan de gepensioneerden en kosten verbonden aan maatschappelijke overlast.

Reactie Landelijke PvdA Bestuur.

Zich blijven verzetten tegen gegeven ondeugdelijke argumentatie van het Landelijk Partij Bestuur en op grond waarvan zij meent de motie het preadvies AFWIJZEN te moeten geven, bleek toch enig effect te hebben gesorteerd. Er kwam een verrassende wending, daarover in een volgend artikel meer.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Gerelateerde Artikelen

Menno Hilverts

Social Blogger / Fotograaf

Geïnteresseerd in alles wat het welzijn van mensen in alle fasen van hun leven verbetert c.q. bedreigt.

M . J . W . Hilverts

Sponsor

Website nodig?
Hilkon helpt u graag

Categorieën