Dorpsbelangen Platform ‘Reductie Overlast Steenmarters Borger-Odoorn’
De steenmarter heeft Den Haag in een motie kamerbreed aan haar voeten, nu nog een wettelijke toereikende basis
Op jl. 16 december, de laatste week voor het kerstreces, heeft de Tweede Kamer een gezamenlijke motie van Rudmer Heerema (VVD) en Lutz Jacobi (PvdA), de Natuurbeleid betreffende, aangenomen.
In deze motie ( 33576 nr. 21) vragen de parlementsleden de regering de provinciale vrijstellingslijst te evalueren en aan te passen zodat het beter aansluit op de praktijk van overlast en / of schade zoals die van steenmarters, zilvermeeuwen en de kleine mantel-meeuwen.
De aanwezige leden van de fracties van de VVD, PvdA, het CDA, D66, de ChristenUnie, Groen Links, SGP, Groep Bontes/Van Klaveren, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, Klein en Van Vliet hebben voor deze motie gestemd.
De aanwezige leden van de overige fracties (SP, PVV en PvdD) waren ertegen.
Met deze motie werd beantwoord aan een verzoek van het Platform in begin maart 2014 aan de coalitiepartijen, om naast de formele agendering van ‘Meeuwenoverlast’ op het AO (1ste termijn) van 25 maart over de Natuurbeschermingswet, tegelijkertijd die van de steenmarter in te brengen. Zoals bekend, werd dit overleg uitgesteld tot na het zomerreces. AO is de afkorting voor Algemeen Overleg het geen een vergadering is van een Kamercommissie met een of meer bewindspersonen.
Wellicht ten overvloede, een motie is eigenlijk niet meer dan een uitspraak van één of meer Tweede Kamerleden om aan te geven dat een onderwerp belangrijk is of met een oproep aan de regering om actie te ondernemen.
Nu deze motie met een overgrote meerderheid (80%) door de Tweede Kamer is ondersteund, zal de verantwoordelijk PvdA staatssecretaris Sharon Dijksma dat niet zo maar naast zich neer leggen; ze zal er iets mee doen !
Het Platform hoopt uiteraard op een wettelijke verankering echter wel op een wijze dat deze niet alleen van toepassing voor grondgebruikers met schade aan gewassen en vee maar ook op schade en overlast bij particulier gebruik van grond.
Om voorgaande te kunnen begrijpen is in het kort een toelichting op de betekenis van een provinciale vrijstellingslijst nodig, deze zegt namelijk o.a. dat:
- Grondgebruikers mogen verboden handelingen uitvoeren ten opzichte van de vogelsoorten die op de provinciale vrijstellingslijst zijn geplaatst
- De handelingen moeten worden uitgevoerd ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren
- Op deze lijst alleen vogelsoorten mogen worden geplaatst die centraal zijn vastgelegd door landelijke overheid, te weten : brandgans, ekster, grauwe gans, holenduif, huismus, kleine rietgans, knobbelzwaan, kolgans, meerkoet, rietgans, ringmus, roek, rotgans, smient, spreeuw en wilde eend.
De provinciale vrijstellingslijsten worden dus opgesteld door de provincie zelf en mag bovendien aanvullende voorwaarden stellen op de centraal vastgestelde landelijke vrijstellingslijst. Een provinciaal vrijstellingslijst kan dus per provincie verschillen en is te vinden in de ‘provinciale verordeningen voor schadebestrijding van dieren’
Tijdens het AO over Natuurbeleid op 2 oktober 2014, is door de woordvoerders van de regeringsfracties aan de staatssecretaris Sharon Dijksma duidelijk gemaakt dat in Nederland beschermde diersoorten, vanwege hun grote aantallen en gedrag , diverse vormen van overlast veroorzaken en economische schade opleveren en gemeenten / provincies vanwege hun beschermde status weinig mogelijkheden hebben voor het realiseren van goede oplossingen voor deze problematiek.
Daarbij is aangegeven dat het niet alleen om ‘Meeuwenoverlast’ gaat maar dat het om meer diersoorten gaat die reeds lang geleden op de lijst van beschermde diersoorten zijn geplaatst en als eenmaal een toevoeging aan die lijst is gedaan, die in beton lijkt te zijn gegoten. Als voorbeeld is o.a. de steenmarter genoemd die in het Oosten van het land voor grote overlast en schade zorgt.
Er is daarom behoefte om de lijst van beschermde diersoorten flexibeler te maken, minder regels om tot effectiever natuurbeleid te geraken en vereenvoudiging van de administratie / verantwoording rond aanvragen voor ontheffing.
De staatssecretaris heeft geantwoord dat de lijst met beschermde diersoorten gebaseerd is op Europese regelgeving, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Rode Lijsten en de Conventie van Bern. Flexibeler maken kan alleen maar als andere lidstaten daarmee instemmen. Voor soorten die in grote aantallen voorkomen, bijvoorbeeld ganzen, zijn er voldoende mogelijkheden om het aantal terug te brengen zonder de beschermingsstatus te reduceren. De vermindering van regeldruk vindt plaats via vrijwillige gedragscodes van bedrijven. Als men zich aan die codes houdt en er geen ontheffingen nodig zijn, vindt zij het wel fair om nog eens te bekijken hoe het precies zit met die regeldruk en of er nog winst valt te behalen.
Het Platform zal op korte termijn een poging ondernemen om in contact te komen met de staatssecretaris en woordvoerders van tenminste de regeringsfracties in de Tweede Kamer wat voorgaande betekent m.b.t. de steenmarter.
Ter afsluiting nog even de volledige inhoud van de MOTIE VAN DE LEDEN RUDMER HEEREMA EN LUTZ JACOBI, voorgesteld op 11 december 2014, en die als volgt luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in delen van het land mensen overlast en/of schade ondervinden van diersoorten die niet bedreigd zijn maar ook niet op de provinciale vrijstellingslijst staan, zoals de steenmarter, de zilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw;
constaterende dat op de provinciale vrijstellingslijst wel soorten staan waarvan recentelijk geen overlast- en/of schadegevallen bekend zijn, zoals waarschijnlijk de fazant en de huismus;
van mening dat overlast en/of schade beperkt kan worden via passende maatregelen en dat daarbij respect voor het dier uitgangspunt moet zijn en slechts in het uiterste geval rigoureuze maatregelen genomen mogen worden;
van mening dat een soort niet in zijn voortbestaan mag worden bedreigd;
verzoekt de regering, de provinciale vrijstellingslijst te evalueren en aan te passen opdat deze beter aansluit bij de voorkomende overlast en/of schade, zoals die van steenmarters, zilvermeeuwen en kleine mantel-meeuwen,
en gaat over tot de orde van de dag.
