Voor een Sociaal Nederland Samenwerken aan een Solidaire Toekomst

Motie PvdA Borger-Odoorn op PvdA Landelijk Congres februari 2014 “Kabinetsbesluit plaatsen windturbines op land omgeving woongebieden”

Motie afd. Borger-Odoorn ‘Kabinetsbesluit plaatsen van windturbines op land in omgeving van woongebieden (al of niet vallende onder RCR)’.

A. Draagvlak voor de motie bij de regionale achterban

De motie is voorafgaand aan het congres breed ondersteund door het relevante PvdA deel van de provincies Groningen en Drenthe. 13 PvdA afdelingen hadden hun schriftelijke instemming gegeven, te weten:  Aa en Hunze, Bellingwedde, De Wolden, Haren, Menterwolde, Midden Drenthe,  Noordenveld, Oldamt, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Ten Boer en Veendam .

De motie kreeg van het Landelijk PvdA bestuur op het Congres van februari 2014 helaas het preadvies ‘AFWIJZEN ‘ met als motivering:

Zowel ons verkiezingsprogramma als het regeerakkoord hebben tot doelstelling om 14% duurzame energie in 2020 te halen. Daarvoor is een stevige uitbreiding noodzakelijk van het aantal windmolens op land. De fractie heeft een motie ingediend om maatwerk te leveren wat betreft laag frequent geluid. De ingediende motie vraagt om een onafhankelijk onderzoek naar de gezondheidseffecten, dat onderzoek is recent gedaan door het RIVM en geeft geen aanleiding om nog strengere eisen te stellen rond geluid dan we nu al doen. Tegelijkertijd geldt dat de tweede kamer fractie ervoor heeft gezorgd dat provincies de ruimte krijgen om waar in hun provinciewindmolens komen. Juist ook om bij de plaatsing van windmolens rekening te kunnen houden met lokale omstandigheden en te komen tot een rechtvaardige spreiding.

B. Behandeling van de motie tijdens het landelijke congres zelf.

De onrechtmatigheden in het administratief democratische proces laat ik ter wille van de overzichtelijkheid  in dit artikel buiten beschouwing

Namens het  Partij Bestuur werd door Martijn van Dam (lid van de Tweede Kamerfractie) een mondelinge toelichting gegeven. Martijn herhaalde echter in grote lijnen  slechts wat ook in de afwijzing door het landelijk partij bestuur stond, namelijk dat:

“ De provincies krijgen de ruimte om te bepalen waar in hun provincie windmolens komen “.

Het mag duidelijk zijn dat dit nu juist niet meer geldt voor de

Drentse Veenkoloniën vanwege de Rijks Coördinatie Regeling, en dat zelfs zonder openbaarheid van de MER (Milieu Effect Rapportage). Eenvoudig gezegd: “ Het RIJK bepaalt en de Provincie is haar zeggenschap kwijt “. De verdediging van Martijn was dus naar de feiten bezien op dit punt gewoon niet van toepassing, en daarmee onjuist.

“ De TK fractie heeft een motie ingediend om maatwerk te leveren wat betreft laag frequent geluid door een onafhankelijk onderzoek naar de gezondheidseffecten in te stellen. Recent is dat onderzoek gedaan door het RIVM en dit geeft geen aanleiding om nog strengere eisen te stellen rond geluid dan we nu al doen “.

Er is weliswaar een onderzoek ingesteld echter daarmee hoeft nog niet te zijn voldaan aan de politieke lijn die eerder op het PvdA congres van 27 april 2013 in Leeuwarden  is vastgesteld op basis van een toen  eveneens door de afd. Borger-Odoorn ingediende, en door dat congres aangenomen actuele motie welke de PvdA politiek leider en TK fractie opriep:

a.

Al het mogelijke te doen door op korte termijn een diepgaand onderzoek te laten instellen ter (preventieve) bescherming van de bevolking in woongebieden tegen gezondheidsrisico’s als gevolg van het plaatsen van windturbines en daarbij:

De onderbouwde signalen met ernstige gevolgen van laagfrequent (LF) geluid uit de samenleving in binnen- en buitenland serieus te nemen, daaraan consequenties te verbinden en deze op voorhand niet af te doen als niet wetenschappelijk bewezen enkel omdat bv. een controlegroep ontbreekt daar de aard van de door deskundigen vastgestelde gevolgen daarvoor veel te ernstig zijn.

b.

Niet toe te staan dat windturbines in de omgeving van woongebieden in werking worden gezet alvorens er over de gezondheidsrisico’s van LF-geluid duidelijkheid is.

Van een diepgaand onderzoek is echter geen sprake geweest. Een eigen veldonderzoek door of in opdracht van het RIVM heeft niet plaatsgevonden. Slechts een literatuuronderzoek is verricht op grond van hoofdzakelijk belegen Amerikaanse rapporten waarvan bovendien de onafhankelijkheid c.q. onpar

tijdigheid op zijn minst ook nog eens ter discussie staat. Het gaat hier om de gezondheid van mens (en dier). Het mag duidelijk zijn dat gekeken naar de feitelijke situatie, met de kwaliteit van genoemd onderzoek geen recht is gedaan aan wat je dan alleen al uit oogpunt van zorgvuldigheid mag en zelfs moet verwachten.

Zie voor de inhoud van de recente motie zelf de navolgde tekst

Het Congres van de Partij van de Arbeid, in vergadering bijeen op 15 en 16 februari te Breda.

Spreekt haar zorgen uit over:

Niet te onderschatten gezondheids- en welzijnsproblemen van door windturbines geproduceerd geluid in de directe omgeving van bevolkingsgebieden in het algemeen, en in het bijzonder voor wat betreft de Drentse Veenkoloniën en rondom de N33 in de provincie Groningen (de plaatsen  Menterwolde / Veendam) .

Aantasting van het culturele landschap door technische dominantie en slagschaduw e.d. zijn eveneens belangrijke zorgen en deze facetten willen we daarom  dan ook niet onbenoemd laten, ook al is dit niet de kern van deze motie.

Constaterende dat,

1.       Het PvdA-Congres van 27 april 2013 te Leeuwarden een actuele motie van de afd. Borger-Odoorn heeft aangenomen die haar politiek leider en fractie opriep

a.       Al het mogelijke te doen door op korte termijn een diepgaand onderzoek te laten instellen ter (preventieve) bescherming van de bevolking in woongebieden tegen gezondheidsrisico’s als gevolg van het plaatsen van windturbines en daarbij:

De onderbouwde signalen met ernstige gevolgen van laagfrequent (LF) geluid uit de samenleving in binnen- en buitenland serieus te nemen, daaraan consequenties te verbinden en deze op voorhand niet af te doen als niet wetenschappelijk bewezen enkel omdat bv. een controlegroep ontbreekt daar de aard van de door deskundigen vastgestelde gevolgen daarvoor veel te ernstig zijn.

b.      Niet toe te staan dat windturbines in de omgeving van woongebieden in werking worden gezet alvorens er over de gezondheidsrisico’s van LF-geluid duidelijkheid is.

c.       De vraag te beantwoorden of:

                                I. Een jaargemiddelde geluidsnorm (Lden) in dit licht bezien wel het juiste criterium is en deze niet vervangen zou dienen te worden door een absolute norm voor de afzonderlijke dagdelen: dag, avond en nacht.

                              II. De geluidsnorm zelf wel juist is vastgesteld gelet op de geluidsnorm in andere landen, nu blijkt dat in andere landen de geluidslimiet veel lager is vastgesteld.

                             III. Er naast een norm buitenshuis op de gevel, ook niet één norm binnenshuis van kracht zou moeten worden.

2.       In de Tweede Kamer (2 juli 2013) is op initiatief van de PvdA een motie (aangepaste versie 33612) aangenomen waarin is opgeroepen dat

a.       Bij de beoordeling van ingediende projectplannen voor de plaatsing van windmolens de nodige zorgvuldigheid in acht genomen moet worden;

b.      Met name ten aanzien van (laagfrequente) geluidseffecten maatwerk vereist is omdat de situatie ter plaatse mede van invloed kan zijn op het al dan niet ervaren van overlast;

c.       Belanghebbenden en omwonenden nauw bij de planvorming betrokken dienen te worden en dat daarbij een goede afweging van belangen noodzakelijk is;

d.      In de milieueffectrapportages voor windparken (laagfrequent) geluid verplicht op te laten nemen

3.       De burgemeester van de gemeente Borger-Odoorn tijdens de nieuwjaarsreceptie van  januari jl. de burgers van de gemeente Borger-Odoorn heeft ingelicht over een recent door de minister van Economische Zaken mede namens de minister van Infrastructuur & Milieu ondertekend besluit  over o.a. de omvang van en het regime over de in hun regio beoogde windparken ‘De Drentse Monden en Oostermoer’, inhoudende dat met
inachtneming van de wettelijke kaders en procedures  door dit besluit is vastgelegd:

a.        In het onderhavige gebied het opgesteld vermogen minimaal 150MW en maximaal
 185,5 MW bedraagt.

b.      Op het onderhavige gebied de RijksCoördinatieRegeling (RCR) van toepassing is.

4.       Door het RIVM geen zelfstandig volledig eigen onderzoek is ingesteld.

Het op 21 januari 2014 verschenen RIVM rapport  is vrijwel uitsluitend een literatuurstudie  op basis van eenzijdige onderzoeken door bronnen waarvan de onafhankelijkheid niet volledig onomstreden is. Hierdoor is er geen sprake van invulling van de motie zoals in de door het Congres aangenomen motie bepaald. In het onderhavige rapport wordt bovendien bij voortduring de klassieke fout gebezigd ‘Absence of Evidence = Evidence of Absence’ en dat terwijl het ontwikkelen van procedures en methoden voor detectie van de  afzonderlijke gezondheidsrisico’s zeer complex en nog gaande zijn. Kritische onderzoeken als van bv. de Portugese professor Mariana Alves Pereira staan niet eens vermeld in de lijst van geraadpleegde rapporten.

5.       Windturbines

a.       Overdag, ’s avonds en ’s nachts evenveel geluid produceren bij dezelfde windsnelheid.

b.      Het geluid toeneemt met de windsnelheid op ashoogte en de windsnelheid toeneemt met de hoogte.

c.       Het geluid geen 24-uurs patroon kent zoals dat van verkeer.

d.      Niveau en verstoring van geluid ’s nachts en ’s avonds veel meer opvallen dan overdag i.v.m. het veel lagere achtergrondlawaai in die tijdsperiodes.

e.      Geluid van windturbines bij hetzelfde volume als aanzienlijk hinderlijker wordt ervaren dan dat van bv. verkeer, industrie enz.

f.        De toegestane Nederlandse geluidsnorm een jaargemiddelde hoeveelheid geluid (47 dB) is; andere landen kennen alleen een absolute grenswaarde.

g.       De jaargemiddelde norm van Nederland aanzienlijk hoger is dan de absolute norm in bv. Denemarken welke buitenshuis op 44 dB en in open landelijke woongebieden op zelfs 39dB is gesteld.

h.      Het geluidsspectrum van een windturbine naast midden en hoog, een substantieel deel lage frequenties bevat en dat het laagfrequente deel van het geluid in vergelijking met de overige hogere frequenties door de isolatie van huizen aanzienlijk minder gedempt wordt.

i.         Er voor wat betreft met name het hoorbare-en niet hoorbare- laagfrequent geluid sterke signalen zijn van wetenschappers dat de gezondheid ernstig kan worden geschaad.

j.        Instrumenten voor het  meten van geluidssignalen worden, overeenkomstig de lagere gevoeligheid van het oor, voor LF-signalen gedempt. Dit terwijl er meer en meer aanwijzingen zijn dat dit  ten onrechte is, omdat de andere organen in het lichaam individueel anders en in de tijd anders reageren op LF-trillingen; een demping van 3dB betekent dat de sterkte al gehalveerd wordt.

k.       Denemarken voor het LF-geluid een extra strenge absolute norm heeft voor binnenshuis van 20 dB (’s avonds en ’s nachts) en 25 dB (overdag).

6.       De MER (milieueffectrapportage)

a.       Niet de mens maar haar omgeving daarin centraal staat.

b.      Het kabinet een besluit heeft genomen terwijl de MER nog niet openbaar is en de uitkomst vermoedelijk gebaseerd is op de huidige normen en uitgangspunten, althans er zijn geen aanwijzingen dat hiervan is afgeweken en dat terwijl op zijn minst beide aspecten ter discussie staan .

Overwegende dat,

Te allen tijde, ook in geval van het inzetten van methodes die het milieu ontzien aangaande energieopwekking, blijft gelden dat risico’s voor de gezondheid en het welzijn van mensen vermeden dienen te worden.

Roept de politiek leider en de Tweede Kamerfractie  op:

1         Al het mogelijke te doen door op korte termijn een diepgaand onderzoek te laten instellen ter (preventieve) bescherming van de bevolking in woongebieden tegen gezondheidsrisico’s als gevolg van het plaatsen van windturbines.

2         Niet eerder een windmolen in de Drentse Veenkoloniën en eldersgebouwd wordt, totdat de  eerder aangenomen motie ten volle is uitgevoerd en gevolg is gegeven aan de daaraan verbonden aanbevelingen en rekening wordt gehouden  met haar conclusies.

3         De Provincie in samenspraak met Gemeenten en haar inwoners , in eerste instantie weer verantwoordelijk te laten worden en de gelegenheid te geven om haar doelstelling te realiseren.

4         Als er geen structureel en fundamenteel veldonderzoek wordt opgezet voor LFG, dan de normering van Denemarken integraal over te nemen voor het niet hoorbare en het hoorbare geluid. Tenslotte hebben die wel onderzoek gedaan!

Toelichting:

Door toenemende ongerustheid over de gevolgen voor gezondheid en welzijn, welke nog versterkt wordt door grote twijfel over de juistheid van de geluidsnormen, brokkelt het draagvlak bij bevolking en lokale bestuurders in bovengenoemde gebieden zienderogen af. Dat draagvlak van essentieel belang is, mag blijken uit een uitspraak van partijgenote Jacqueline Cramer, die zij deed als minister van VROM:

“Er moet lokaal draagvlak komen voor wind op land, zonder dat geen windturbines“.

“Er moet lokaal draagvlak komen voor wind op land,

zonder dat geen windturbines“.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Gerelateerde Artikelen

Menno Hilverts

Social Blogger / Fotograaf

Geïnteresseerd in alles wat het welzijn van mensen in alle fasen van hun leven verbetert c.q. bedreigt.

M . J . W . Hilverts

Sponsor

Website nodig?
Hilkon helpt u graag

Categorieën