Voor een Sociaal Nederland Samenwerken aan een Solidaire Toekomst

Zienswijze met bezwaren suggesties opmerkingen op het ontwerp inpassingsplan windpark Drentse Monden en Oostermoer

Aan: Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Windpark DMOM  Postbus 248 2250 AE Voorschoten  

Betreft: Zienswijze op het ontwerp-inpassingsplan, de overige ontwerpbesluiten, het MER en de andere onderliggende stukken met betrekking tot windpark Drentse Monden en Oostermoer. 

Geachte Mevrouw/ Heer, 

Op 4 maart jongstleden zijn de ontwerpbesluiten voor het voorgenomen windpark Drentse Monden en Oostermoer bekend gemaakt.

Als inwoner van het betreffende gebied heeft u mij middels een brief uitgenodigd mijn zienswijze hierop te geven. Ook ben ik uitgenodigd voor zogenaamde ‘spreekuren’. Ondanks de onvrede over de m.i. onnodig drempelverhogende toegangs- en registratiemaatregelen die het ministerie van Economische Zaken aan de bewoners heeft opgelegd voor deze ‘spreekuren, ben ik toch gegaan terwijl mijn eerste ingeving was het te moeten boycotten aangezien het niet voelde als een uitgestoken hand.

Mijn zienswijze over de voorgenomen plannen verwoord ik in deze brief.

Mijn bezwaren, opmerkingen en suggesties:

Deze zijn en worden hierna per onderwerp weergegeven.   

  1. Gezondheidsrisico’s t.g.v. het hoorbare- en niet hoorbare geluid.

Algemeen erkend wordt dat alleen al 10% van de mensen welzijns- en gezondheidsoverlast ervaren van het hoorbare geluid als gevolg van de in werking zijnde windmolens. Alsof dat nog niet genoeg is wordt het voor het menselijk gehoor niet waarneembare laagfrequent geluid veelal gebagatelliseerd, zich daarbij baserende op een rapport van het RIVM waaraan vooral zeer belegen Amerikaanse onderzoeken aan ten grondslag liggen waarbij bovendien ook nog eens vraagtekens kunnen worden gezet bij de onpartijdigheid en onafhankelijkheid gezien de betrokkenheid van de financieringsbronnen. Wat vooral opvalt is dat geen aandacht in het RIVM-rapport is besteed aan onderzoeken welke bewezen risico’s van laagfrequent geluid laten zien zoals die bv. zijn verricht door de Portugese professor Maria Alvarez bij haar onderzoek naar het LF-geluid van vliegtuigen op de gezondheid en welke door tegenstanders (Platform Storm en Tegenwind) van de windturbineparken worden gebruikt als zijnde dat er echt wel schadelijke gevolgen op termijn kunnen zijn. Deze professor wordt zelfs niet in de lijst genoemd van geraadpleegde bronnen. Op zijn minst mag je toch van een overheid verwachten dat ze stelling in deze nemen als zij het met haar bevindingen niet eens is of anders. Ook is het onbegrijpelijk dat het RIVM-rapport wel een samenvatting in het Engels bevat maar het overige in het Nederlands staat geschreven zodat het onmogelijk was om over het onderhavige rapport met buitenlandse specialisten te communiceren; communicatie over deze omissie met het RIVM leidde niet tot de gewenste aanpassing. Hoe dan ook, ik beweer niet dat het door windmolens gegenereerde LF-geluid per definitie gezondheidsrisico’s met zich meebrengt voor de direct omwonenden echter juist dat dit niet is uitgesloten, is het voor mij onacceptabel om plaatsing onder de huidige condities te aanvaarden immers eenmaal gezondheidsschade aangericht dan is deze vermoedelijk niet omkeerbaar en afkoopbaar evenmin. Mijn eigen en mijn schoonmoeder huldigden altijd het standpunt, “Gezondheid is niet te koop” en ik denk oprecht dat ze daarin gelijk hadden en hebben, temeer daar die stelling tot op heden niet daadwerkelijk statistische en wetenschappelijk verantwoord is weersproken.

Voor de duidelijkheid, ook in de Gebiedsvisie kon ik mij reeds niet vinden omdat het aantal megawatts dat in het onderhavige gebied wordt geconcentreerd te groot is gezien de gevolgen voor de afstand tot dichtstbijzijnde bebouwing. Het doorslaggevend argument om tegen de plaatsing hier van windmolens te zijn, richt zich dus met name op het feit dat er geen onafhankelijk onpartijdig ongelimiteerd ongeclausuleerde deskundig onderzoek is gedaan naar mogelijke gezondheidsrisico’s op de lange termijn van door windturbines gegenereerde hoorbare- en niet hoorbare geluid.

En dat, terwijl er sterke signalen uit het buitenland zijn dat dit beslist niet mag worden uitgesloten. Vooral ook omdat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat als mensen langdurig worden blootgesteld aan laagfrequente trillingen, dit allerlei complexe ziektebeelden veroorzaakt door mogelijke verstoring van de individuele functie van de afzonderlijke organen alsook de gevolgen daarvan voor hun interacties. En zoals bekend, het geluidsspectrum van een windmolen is voor een deel laagfrequent. Dit feit mag niet worden genegeerd.

Gezondheid van de mens moet voorop staan daar dergelijke gezondheidsschade veelal onomkeerbaar is. Gezondheid mag m.i. dan ook niet worden afgekocht.

Om voornoemde reden pleit ik dan ook voor het starten van een gezondheidsonderzoek nu en het tegelijkertijd verlagen van de geluidsnorm overeenkomend met een minimale afstand tot de dichtstbijzijnde bebouwing van 2500 a 3000 meter, en dat voor de periode totdat onomstotelijk is komen vast te staan dat er geen sprake is van gezondheidsrisico’s. Waarom 2500 a 3000 meter? In de literatuur wordt deze afstand vaak genoemd als een soortement van veiligheidsgrens betreffende te aanvaarden risico’s m.b.t. de gezondheid, en in de huidige plannen is de afstand tot de bebouwing niet zelden aanzienlijk kleiner. Zolang in de door mij voorgestelde aanpak niet wordt voorzien, blijf ik tegenstander van hetgeen nu voorligt. Een aanpak als hierboven voorgesteld, zou mij kunnen helpen in de acceptatie ervan.

Bijna had ik vergeten nog aandacht te vragen voor wat geluid, opgewekt door windturbines, mogelijk doet met exotische vogels zoals papagaaien e.d. De eigenaren van broedcentrum “Birdpark-Jagrie” in Gieterveen (Veenackers 4) denken met hun kennis en ervaring dat de voorgenomen plaatsing van windturbines in de directe omgeving van hun broedcentrum, het einde van hun bedrijf betekent. Dit omdat elke verstoring, bijvoorbeeld reeds in de opbouwfase van een windturbine zoals lawaai t.g.v. het boren en hijen, reeds funest is en bestaand ecologisch onderzoek naar de effecten daarvan totaal ontbreekt.   

  1. Toepassen ‘L den’ als maat voor de toegestane geluidshinder 

Juist in de bijlages van de Europese wet- en regelgeving m.b.t. geluidsnormen, is specifiek aangegeven dat ‘L den’ ongeschikt is voor windturbines en als zodanig niet mag worden toegepast. Dat vervolgens ‘L den’ via door de Tweede- en Eerste Kamer goedgekeurde wetten in Nederland is geïntroduceerd, betekent niet dat zij rechtmatig is. Immers zij blijft in strijd met de hoger in hiërarchie van toepassing zijnde Europese wet- en regelgeving.

De definitie van ‘L den’, populair gezegd een daggemiddelde, maakt het mogelijk dat gedurende langere perioden zeer hoge geluidswaarden mogen optreden, aangezien perioden van windstilte zorgen voor een nivellering van het uiteindelijke resultaat. Een norm bedoeld voor het borgen van (welzijn -) en gezondheidsrisico’s kan vanwege de wijze waarop de norm wordt gehanteerd, zijn functie ‘het beschermen van de mens tegen onaanvaardbare hoge blootstelling aan het door windturbines gegenereerde geluid’ daardoor niet waarmaken en dat is onaanvaardbaar te meer daar zij ook nog eens strijdig is met Europese wet- en regelgeving. 

De ‘L den’ moet dan ook worden vervangen door een actuele geluidssterkte maatstaaf waarbij het voorstelbaar is dat aan de maximale norm een max. tijdsperiode wordt gekoppeld.

  1. Landschappelijke waarden

Het voorgenomen windpark behelst de bouw van 50 windmolens met een totaal vermogen van 150 MW. Deze windmolens zullen een tiphoogte krijgen van ongeveer 200 meter. Dat is bijna vijf keer zo hoog dan de watertoren van Stadskanaal en meer dan twee keer zo hoog dan de Martinitoren in Groningen.

De Gronings-Drentse Veenkoloniën kenmerken zich door de ontginningsstructuur van het veen in het verleden waardoor een gebied is gevormd met lintdorpen en een open landschap met bijbehorende weidse vergezichten.

Het voorgenomen windpark is zo massaal in zijn omvang, zowel in hoogte als aantal, dat voornoemde kenmerken die als een belangrijke kwaliteit van het gebied worden beschouwd vanwege de rust voor het oog en oor, volkomen dreigt te worden tenietgedaan.

Een 3D visualisatie van het ministerie van EZ heeft laten zien dat ik al lopende in mijn directe omgeving (Nieuw-Buinen, Kalmoes) bij de vijvers van het Bunerhornsebos en het bos van het Drents landschap, steeds zal worden geconfronteerd met zicht op draaiende molens (en hun slagschaduw) die voorzien zijn te worden opgesteld langs N374 in de richting van Drouwenermond.

Afgezien van hetgeen mij persoonlijk overkomt, veel essentiëler is echter dat met de komst van windturbineparken De monden en Oostermoer, er een industrieel landschap zal ontstaan. En dit zal echt afbreuk doen aan de toeristische sector in onze regio waarvan de gemeente Borger-Odoorn en haar inwoners voor een zeer groot deel van afhankelijk is. In het verleden heeft de gemeenschap en de gemeente hiervoor grote (financiële) inspanningen verricht en de inzet is er nog steeds op gericht om te behouden wat is bereikt en deze nog meer uit te bouwen. I.v.m. met het ontbreken van andere werkgelegenheid in de regio Oost Groningen en oost Drenthe, is dit vooralsnog de enige optie. Om aan het werk te komen en een inkomen te verwerven heeft het gebied alleen al om die reden weinig andere keus dan tegen de komst van voorgenomen windmolens te zijn

  1. Lofar

Aan de rand van het zoekgebied zijn de radioantennes van Lofar geplaatst. Deze antennes vormen in combinatie met antennes in het buitenland één grote radiotelescoop. In dit door ASTRON bestierde project zijn tientallen miljoenen geïnvesteerd. Het is dan ook een paradepaardje van de Nederlandse astronomie.

De elektromagnetische verstoring die de windmolens zullen veroorzaken, kan onvoldoende worden gefilterd. Dit zal ertoe leiden dat het wereldwijd in hoge aanzien staande project bij ongewijzigd beleid in haar voortbestaan ernstig wordt bedreigd, en Nederland zal daarmee haar voorstaande positie gaan verliezen. Naast een enorme kapitaalvernietiging van belastinggeld, leidt dit ook tot grote internationale reputatieschade.

  1. Negatieve spiraal

De Veenkoloniën zijn een gebied dat geconfronteerd wordt met krimp. De sociaaleconomische situatie laat veel te wensen over. De leefbaarheid staat onder druk. Het lokale bedrijfsleven en verschillende overheden doen er alles aan om werkgelegenheid te vergroten, zie bijvoorbeeld het ‘Akkoord van Westerlee’.

Helaas zal door de plaatsing van de windmolens, de leefbaarheid sterk afnemen. Hiermee gaat ook een belangrijke vestigingsfactor voor werk en wonen verloren. De plaatsing van de windmolens kan ons gebied over de rand duwen, waardoor er een onomkeerbare negatieve spiraal ontstaat.  

  1. Draagvlakonderzoek

De ministers Verhoeven en Verhagen hebben in respectievelijk 2010 en 2011 bij de aanmelding van dit project voor de RijksCoördinatieRegeling, de initiatiefnemers verantwoordelijk gesteld voor het zorgen van voldoende draagvlak. Medio 2014 heeft de minister van Economische Zaken gesteld dat de initiatiefnemers hun verplichting in deze waren nagekomen. Omdat deze bewering niet cijfermatig werd onderbouwd, hebben de gemeenten Borger-Odoorn, Aa en Hunze en Stadskanaal besloten een onderzoek uit te laten voeren of er daadwerkelijk voldoende draagvlak aanwezig was.

Uit dit onderzoek is gebleken dat er nagenoeg geen draagvlak is voor de beoogde windparken.

Van de bevolking bleek ca. 80 % van de bevolking tegen hun komst. Ook gebiedscoördinator Oterdoom stelde een gebrek aan draagvlak vast. Te concluderen valt dan ook dat de initiatiefnemers hebben gefaald om hun verplichting na te komen. Om de democratie verder geen geweld aan te doen, is het belangrijk dat aan de wens van een overduidelijke meerderheid gehoor wordt gegeven. Althans wil een afbrokkeling van het vertrouwen in de rijksoverheid, met alle gevolgen van dien voor steun aan toekomstig beleid op andere terreinen, door dit voornemen niet nog verder neerwaarts gestimuleerd worden: Respecteer dan het bevolkingsonderzoek! 

Overigens bleek uit het onderzoek ook dat het overgrote deel van de respondenten op zich niet tegen duurzame energie is, in tegendeel zelfs. 

  1. Een alternatief plan

Lokale ondernemers hebben een goed plan, geheten de Zonkoloniën, opgesteld om minstens 150MW aan duurzame energie alternatief op te wekken door middel van zonnepanelen. Ook ik ben een warm pleitbezorger van dit plan. Op deze manier kan aan de doelstellingen op het gebied van duurzame energie worden voldaan, zonder dat dit leidt tot een onomkeerbare aantasting van het woon- en leefklimaat van onze regio.

Door de simpelere constructie van een zonnepark en het enthousiasme van bevolking voor zo’n plan, kan aan de doelstelling voor duurzame energie sneller en zonder sociale schade worden voldaan.  Het mag duidelijk zijn dat in het geval van windparken aan de sociale en economische dimensies van het begrip duurzaamheid voorbij wordt gegaan.  Het is namelijk de bedoeling dat dit voorgenomen windpark hernieuwbare energie gaat leveren, echter door de omvang en de negatieve sociale c.q. economische gevolgen ervan voor onze regio, zal dit windpark niet duurzaam zijn. Dat is namelijk pas het geval als een alternatief, naast hernieuwbaar, ook op sociaal-  en economisch vlak bevredigend is.

  1. Fossiele energie besparen

Windmolens besparen mogelijk minder fossiele brandstoffen dan wordt beweerd, ze gebruiken wellicht zelfs meer!

Dit is althans wat de fysicus Kees Le Pair (gepensioneerd wetenschap bestuurder) en de geofysicus Kees de Groot (ex-topman Shell Research) beweren. Soms waait het hard, soms waait het niet en tijdens periodes tussen windkracht vier en acht leveren windmolens geen elektriciteit.

Gewone elektriciteitscentrales hebben een probleem om daarop te anticiperen, zij kunnen technisch gezien niet zomaar aan- en uitgeschakeld worden.

Gasturbines kunnen dat wel, en om voornoemde reden zullen deze worden ingezet om de fluctuaties in de opgewekte elektriciteit door windmolens op te vangen. Het rendement van een gasturbine is echter veel lager dan die van een gewone elektriciteitscentrale.

Juist door minder fossiele brandstoffen te gebruiken moet een reductie worden gerealiseerd van de CO2 belasting van het milieu; laatste wordt verreweg als de voornaamste aanjager gezien van opwarming van de aarde en als bron wordt gezien voor de verschillende veranderingen in het klimaat.

Invoering op grote schaal van windturbineparken zonder duidelijkheid te hebben over de CO2 gevolgen van de extra hoeveelheid benodigde fossiele brandstof bij het moeten inzetten van gasturbines in geval van windmolens, moet echt helder worden in de discussie met zonne-energie. Dit betekent dat er op de kortst mogelijke termijn info openbaar moet worden over deze onderhavige rendementen wil het debat ook op dit punt eerlijk kunnen worden gevoerd.

Afsluitend,

Bovenstaand heb ik mijn bezwaren en nog bestaande dilemma’s tegen voorgenomen windparken Drentse Monden en Oostermoer, benoemd. Een park van deze omvang, op zo’n korte afstand van het woongebied en met zo’n grote weerstand vanuit de lokale bevolking, vind ik onaanvaardbaar waarbij ik de zorg over de waardevermindering van de huizen in het gebied nog buiten beschouwing heb gelaten. 

Graag ontvang ik van u een reactie op mijn zienswijze.  

Met vriendelijke groet,  

Menno Hilverts

Kalmoes 88,

9521 HV Nieuw-Buinen.

Telefoon: 0599-619692

Mail: menno.hilverts@planet.nl

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Gerelateerde Artikelen

Menno Hilverts

Social Blogger / Fotograaf

Geïnteresseerd in alles wat het welzijn van mensen in alle fasen van hun leven verbetert c.q. bedreigt.

M . J . W . Hilverts

Sponsor

Website nodig?
Hilkon helpt u graag

Categorieën