Voor een Sociaal Nederland Samenwerken aan een Solidaire Toekomst

Krimp – Leefbaarheid Drenthe blijvend onder druk of zijn er ook juist kansen ?

Krimp: Leefbaarheid Drenthe blijvend onder druk of zijn er ook juist kansen?

Onderstaand bericht is opgemaakt d.d. 28 februari 2008 en daardoor enigszins gedateerd.

Bij ongewijzigd beleid is aan de krimp van de bevolking op het platteland niet te ontkomen. De gevolgen waarin we voor een deel nu al zitten zijn plaatselijk ook in onze provincie reeds zichtbaar door leegstand van (huur) huizen  / boerderijen / kantoren / fabrieksgebouwen / industrieterreinen / scholen enz. Het is dan ook duidelijk dat als deze signalen niet serieus worden genomen de ontvolking op het platteland zich in een sneller tempo zal gaan voltrekken als nu het geval is doordat de consequenties van een aantal processen zich dan zullen gaan verstrekken waardoor handhaving van de voorzieningen steeds meer onder druk komen te staan.

De oorzaken: Vergrijzing en vertrek

Het gaat om de primaire processen van trek van de jongeren naar de steden en tegelijkertijd de toenemende vergrijzing, nog ééns versneld door de geboorte golf in de eerste jaren na de tweede oorlog.; deze processen zullen een negatieve invloed hebben op de beschikbaarheid van voldoend gekwalificeerd personeel om de werkgelegenheid op peil te houden.

Aan de vergrijzing valt niet aan te ontkomen maar zij moet niet als een bedreiging maar juist als een kans gezien worden door haar te beschouwen als een bijdrage in het in stand houden van de leefbaarheid mits goed gestuurd / georganiseerd.

Immers in deze groep mensen  zit niet alleen  een enorm potentieel aan vrijwilligers maar zij kan ook de lokale- en provinciale economische bedrijvigheid (incl. werk gelegenheid stimuleren) door haar deelname aan het toerisme , culturele leven enz.

Innovatie en leefbaarheid

Het is duidelijk dat de revenuen alléén beschikbaar komen als de voorwaarden hiervoor gecreëerd worden. Om de ouderen in de dorpen en kernen te binden is het verder noodzakelijk goede oude dag-voorzieningen te hebben in hun eigen leefomgeving qua wonen en zorg; inventarisatie van de behoefte qua vorm en ook ondersteuning van moderne elektronische “ Domotica “ mogelijkheden voor in huis en communicatie van uit huis met instellingen, dokter, ziekenhuis enz. moeten hierbij grote prioriteit krijgen.

Door tegelijkertijd oog te hebben voor verschillende woonvorm mogelijkheden voor ouderen kan de saaiheid van sommige dorpen / kernen  doorbroken worden.

Uitgangspunten voor nieuw woningen horen te zijn  levensduurbestendigheid met toepassing van een duurzame bouwwijze- en materialen  zowel in de huur- als koopsector; het verstrekken van vergunningen door gemeentes zou gekoppeld moeten zijn aan het “ Woonkeur “ merk.

Ruimtelijke ordening

Om jongeren  meer te binden aan het platte land moet vooral voldoen worden aan een aantal primaire zaken zoals wonen, onderwijs, ontspanning en werkgelegenheid.

 Aangaande de industriële werkgelegenheid zou de algemene doelstelling van de provincie gericht moeten zijn haar op te delen in woon- en werkgebieden waarbij de basis vooral zou moeten bestaan uit een grote diversiteit aan kleinschalige ondernemingen zonder een enkele grootschalige onderneming uit te sluiten waarbij een voortdurende alertheid bij het verlenen van een vergunning gewenst is in verband met kwetsbaarheid bij sluiting.

 Van de bestaande woongebieden moet duidelijk worden gemaakt welke nog bedoeld zijn om zich in de toekomst realistisch uit te breiden terwijl de resterende hun huidige omvang ten hoogste mogen handhaven; er dient dus een herziening van de woon quota’s plaats te hebben.

Culturele zaken als theaters en museums zouden dan aan de rand van de grote woongebieden moeten worden geconcentreerd en dienen hiervoor dan ook benoemd te worden.

Onderwijs

Om de kwaliteit, bereikbaarheid en continuering van het basisonderwijs ook in de kleine dorpen en kernen  te kunnen veiligstellen is het actief stimuleren  van onderzoek naar mogelijkheden tot het fysiek samenvoegen van onderwijsinstellingen  zeer gewenst inclusief die van openbaar- en speciaal (“christelijk “) onderwijs; wellicht kan verzelfstandiging van het openbaar onderwijs hierbij als katalysator worden gebruikt.

Onderzocht zou tevens moeten worden of door de inzet van opnieuw moderne elektronische communicatie middelen kleine schooltjes van de ondergang kunnen worden gered door de ondersteuning die daardoor aan een individuele school en haar onderwijzers kan worden geboden ter veiligstellen van de gegeven kwaliteit; het idee is dus een dependance op afstand van een grotere broer.

Niet alleen naar aanleiding van voorgaande maar ook voor de stabilisering –en verdere  ontwikkeling van het klein- en middenbedrijf op het platteland in Drenthe, is uitbreiding van een snelle digitale snelweg  (glasvezel) naar alle hoeken van de provincie een voorwaarde. Temeer daar een groot deel van deze werkgelegenheid (lees winkels) is tevens ook een voorziening voor hun inwoners.

Bovendien worden de kansen voor innovaties bij bestaande bedrijven, voor het aantrekken van ICT en andere “ Hightec “ ondernemers er door vergroot.

De haalbaarheid van het in een bosrijk een waterrijke omgeving  opzetten van een kennis centrum op het gebied van sport(beweging) gekoppeld aan een uiterst modern geoutilleerde locatie met herstel – en trainingsfaciliteiten a la Pagedal, zou onderzocht moeten worden in het belang van de breedte- en topsport hetgeen zijn spin-off zal hebben op de werkgelegenheid in zijn algemeenheid en het vergroten van de mogelijkheden om grote sportmanifestaties te kunnen halen naar Drenthe

Afstemmen openbaar bus vervoer op aanvangstijden scholen kan voor ouders een motief zijn het wonen op het platteland niet te verruilen voor die in de stad.

Het regelmatig in overleg met marktpartijen afstemmen van toekomstige MBO -, HBO – en academische opleiding behoefte  behoort een continue aandachtspunt te zijn om de voorwaarden voor de werkgelegenheid te borgen. Voorlichting hierover aan scholieren mag niet ontbreken.

Gebouwde – en te bouwen omgeving

De leegstand moet ook zeker worden aangepakt aangezien de uitstraling die hiervan uitgaat er niet één is van een bruisende gemeenschap maar meer van een teloorgang en daarbij wil je gewoonlijk niet bijhoren of mee geassocieerd worden.

Nagegaan moet worden of aan leegstand een tweede leven kan worden geschonken door renovatie of verandering van toepassing.

Is dat laatste een optie dan is het belangrijk te weten of er belemmeringen zijn die dat in de weg staan. Als hiervoor bestaande provinciale- of regionale afspraken moet worden gewijzigd dan mag bureaucratie zeker geen oorzaak zijn.

Leegstaande boerderijen en stallen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor de zorg, kinderopvang, starters (betaalbare woonruimte voor jongeren),werkplaatsen enz.

Het instellen van een commissie naar het vaststellen- en opruimen van blokkades bij hergebruik met een andere als de originele bestemming heeft daarom nut.

In geval er voor langdurige individuele leegstand geen oplossing is, moet in overleg  worden overgegaan tot sloop om verpaupering, risico van brand e.d.; het starten van een onteigeningsprocedure moet hierbij ook niet worden geschuwd.

Bij een concentratie van leegstand, te denken valt aan een wijk, biedt sloop de mogelijkheid tot aanplant van stukje bos, aanleg van waterpartij en park.

Aangezien afbraak voor een woningbouw corporatie een zodanige aanslag kan zijn op haar financiële positie dat haar overige renovatie, preventieve- en groot onderhoud in het gedrang komt zou een provinciaal beleid ontwikkeld moeten die een corporatie tegemoet zodat niet te vermijden langdurige leegstand zo spoedig mogelijk wordt voorkomen.

Verpauperde bedrijfsterreinen, vervuilde erven moeten kunnen worden aangepakt; nagegaan moet worden of provinciaal beleid gemeentes voldoende ondersteund om het ontstaan ervan tegen te gaan.

Voor de leefbaarheid van dorpen zijn jongeren, juist in het belang van de ouderen,  nodig. Om jongeren te kunnen binden, kan toegankelijkheid tot de woningmarkt een beslissende factor zijn.

Een beleid waarin kleine kavels en lage grondprijzen worden bevordert helpt starters. Antispeculatie bedingen en vormen van maatschappelijk eigendom zijn wapens ter realisering van het  relatief goedkoop aan kunnen bieden van woningen. 

Sociale infrastructuur

Goed onderhouden scholen in een dorp of wijk zijn belangrijk voor de sociale samenhang. Het dagelijks onderhoud vraagt organisatie en tijd van kleine scholen en dat kunnen zij vaak ( financieel ) moeilijk opbrengen willen ze hun kern functie “ het leveren van goed onderwijs “ kunnen waarmaken. Woningcorporaties hebben een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk vastgoed en zij zullen hierin dan ook meer betrokken dienen te worden; hetzelfde kan gezegd worden m.b.t. speel- en ontmoetingsplekken in een woonomgeving.

Bij het verlenen van een vestigingsvergunning aan een “” mega “ super moet een gemeentelijke overheid een terughoudend beleid voeren aangezien de bestaansrecht van de eigen winkels en die van de omliggende kernen en dorpen veelal onder druk komen te staan. Een dorpswinkel is belangrijk voor de leefbaarheid niet alléén als voorziening maar ook speelt het een andere rol voor het dorp, denk bijvoorbeeld aan het sponsoren van de muziek, toneel of sportvereniging.

Om in kleinere dorpen / kernen  niet rendabele buurtwinkels te kunnen blijven handhaven in het algemeen belang (vergeten boodschap) en dat van de ouderen, gehandicapten en zieken,  is het opzetten van een coöperatie met vrijwilligers uit de kern zelf een goed initiatief c.q. en verdient zij als zodanig ook subsidie; een en ander zou ook nog deskundig begeleid / ondersteund kunnen worden door een onderwijs instelling met een afdeling “ commercie “ waarbij tevens de wettelijke stage verplichting toegepast wordt. Ook het UWV en WWB zou kunnen bijdragen door mensen kortdurend in te zetten in verband met hun reactivering.

Het bereikbaar blijven van betaal- en postdiensten voor een ieder is een constante punt van zorg; voor onze partij zou dat het één van de verkiezingsthema’s moeten zijn dat je binnen een redelijke afstand van huis dergelijke zaken zou moeten kunnen regelen.  

Daar waar openbaar vervoer niet effectief en rendabel te organiseren is, moet  maatwerk aangeboden worden door het ontwikkelen vantoegankelijke alternatieve vervoersvormen als belbus, lijntaxi, plattelandstaxi

Om kleine dorpen aantrekkelijker te maken (ook voor buitenstaanders) is extra aandacht voor de (re)constructie voor een echt centrum een pre, evenals een rondwandel mogelijkheid bij aanwezigheid van een stukje bos.

Het dorpsplein, als het middelpunt van het gemeenschapsleven waar dorpsfeesten, sportactiviteiten en spel gehouden worden,  brengt jong en oud samen en maakt een gemeenschap sterk en leefbaarder; het plaatsen van een MFA rond zo’n dorpsplein vergroot deze kansen.

Extra stimuleringsimpulsen ter bevordering van creativiteit en muzikale vorming inclusief ondersteunen van de culturele instellingen en van particuliere professionele kunstenaars, zal tevens een positieve bijdrage leveren aan de versterking van de onderlinge relaties onder de bevolking.

Monumenten (bv. kerken, boerderijen, fabriekscomplexen) bepalen vaak het karakter van een dorp en zijn dan ook van belang voor de identiteit van haar bewoners. Om deze reden, alsook om hun (regionale of provinciale) cultuurhistorische waarde, dienen zij zo veel mogelijk bewaard te blijven door tijdige onderhoud, restauratie of  het geven van een andere functie. Een plan van aanpak is nodig om hiervoor voldoende draagvlak (= financiële armslag) te verkrijgen.

Gemeentes moeten stimuleren / de regie nemen om bedrijven en maatschappelijke instellingen bij elkaar te brengen voor incidentele projecten en duurzame samenwerkingsverbanden in een stichting “ Maatschappelijk Betrokken Ondernemen.

Het MBO slaat een brug tussen non-profit organisaties en bedrijven met het doel dat organisaties en bedrijven elkaar ondersteunen bij het realiseren van hun eigen doelstellingen.

Het biedt enerzijds maatschappelijke organisaties nieuwe kansen om hun doelen te bereiken terwijl  bedrijven mogelijkheden krijgen hun maatschappelijke betrokkenheid te laten zien door het leveren van een bijdrage aan het leefbaar maken en houden van de samenleving.

Bedrijven kunnen dit doen door hun mensen, deskundigheid, netwerk en middelen vrijwillig in te zetten voor de lokale samenleving. Er valt hierbij te denken aan het verhuren van een bedrijfsruimte aan lokale verenigingen, het inzetten van werknemers voor het opknappen van een buurtgebouw, kantine, kleedkamer, oefenruimte enz.

Veiligheid

De leefbaarheid wordt ook bepaald door het veiligheidsgevoel wat mensen hebben van hun leef- en woonomgeving.

Verlichting van wijken, kernen, dorpen en hun verbindingswegen spelen daarbij een voorname rol; bestaande situaties en plannen moeten daarom kritisch onder de loep genomen worden. Nieuwe technieken zijn beschikbaar om tegelijkertijd energie te sparen.

Onderhoud van de openbare buitenruimte is een ander belangrijke onderdeel van de veiligheid zoals die door betrokkenen wordt ervaren. Het gaat hierbij o.a. om zaken zoals zwerfvuil, bekladde muren van gebouwen, vernielde bushokjes, openbaar groen (onkruid / bladeren /  snoeiwerk / hondenpoep).

Het opzetten van buurt teams gefaciliteerd door de gemeente kan niet alléén zorgen voor een structurele aanpak hiervan maar in een latere fase ook een bijdrage leveren aan de oplossing van problemen als drugs- en alcoholoverlast, huiselijk geweld, criminaliteit, isolement omdat de onderlinge banden tussen de mensen zelf wordt versterkt terwijl tegelijkertijd kansen aanwezig zijn om het vertrouwen tussen mensen en toezicht houders te verbeteren.

Het onder controle brengen van een grote stroom doorgaand (sluip)verkeer van motorvoertuigen door dorpen moet in overleg met de burgers en ondernemers, zoveel mogelijk aangepakt worden middels structurele oplossingen zoals ondertunneling- , verdieping van wegen enz. Toekomstige regionale ontwikkelingen op de midden- en lange termijn welke de verkeersdichtheid kunnen beïnvloeden moeten hierin worden  meegenomen.

Landschap en milieu

Aanleggen van meer bloemrijke grasvelden in combinatie met het opzetten van houtwallen; het is niet alléén decoratief maar ook nuttig doordat enerzijds insecten worden aangetrokken die voor natuurlijke onkruidbestrijding kunnen zorgen en anderzijds wordt aan veel dieren een schuilplaats geboden. 

Door de krimp van de bevolking hoeft er minder gebouwd te worden als voorzien; hierdoor komt dus grond beschikbaar welke ten goede zou kunnen komen aan “ vrije “ natuurontwikkeling incl. houden van bijenvolken / schapen / oer dieren, aanplanten van  bossen, aanleggen van watergebieden, voortzetten van de reconstructie van de oevers van de diverse beekjes enz.

Hieruit ontstaan niet alléén weer kansen voor het creëren van economische bedrijvigheid en werkgelegenheid t.g.v. dag toerisme / campings / vakantie parken,  watersport (kanoën, roeien, surfen, skiën), houtproductie, compostering- en worm bedrijven, vis kwekerijen,  ecologisch verantwoorde bloementeelt enz. maar ook mogelijkheden voor extra waterberging ter beheersing van toekomstige wateroverlast t.g.v. klimaatverandering.

Ter bescherming en instandhouding van het landschap is ook in de zomer het waterbeheer noodzakelijk omdat schade aan de biodiversiteit in natuurgebieden en landbouw door uitdroging, binnen de perken te houden. Het bewaken van het grondwater peil als ook haar kwaliteit, behoort een gemeenschappelijke zorg te zijn van provincie en waterschappen alsook boeren, industrie. Deze dienen dan ook intensief samen te werken om tijdig een beleid incl. bijbehorende financiën beschikbaar te hebben om niet alléén nu maar ook op toekomstige klimaat veranderingen adequaat te kunnen anticiperen. De provincie zou hierin de regie moeten voeren.

Het verminderen van het gebruik van diep grondwater als proceswater door vervanging van gerecyclede oppervlaktewater,  moet hoog op de agenda (blijven) staan terwijl een gebruikelijke taak als het openhouden van sloten geen sluitpost mag zijn. Immers behoud van het landschap is de natuurlijke motor en generator van het toerisme.  

Het boerenbedrijf staat van diverse kanten onder druk waardoor veel kleinere uit economische overweging (er over denken te) stoppen , zeker als de kans op  schaalvergroting ontbreekt.  Aangezien boeren essentieel zijn voor het voortbestaan van het landschap zou de provincie het starten van structurele nevenactiviteiten (incl. bed en breakfast, theetuinen, kleine winkeltjes met streekproducten, hippische mogelijkheden) moeten aanmoedigen door cofinanciering.

Om de werkgelegenheid nog een zetje te geven zou onze provincie kunnen overwegen zich landelijk te promoten als vaste verblijfplaats voor senioren in een rustige en gezonde omgeving; als we dit als Drentse samenleving willen, zal goed nagedacht moeten worden over de gevolgen hiervan voor de financiering van de benodigde capaciteit uitbreiding van de zorg en toenemende gebruik van  WMO / WBB voorzieningen.

Als we het toerisme een steeds belangrijkere rol gaan toebedelen is het bijna een voorwaarde dat het landschap, incl. cultuurhistorische verbindingen tussen de kernen zoals kerk- en ossenpaden c.q. handelswegen, in tact blijft en  het milieu niet wordt aangetast door handhaving van o.a. de geluid / lucht / water kwaliteit.

Dit betekent ook dat bedrijven middels objectieve en in de tijd strengere criteria getoetst dienen te worden alvorens een vestiging vergunning wordt verleend.

Tegelijkertijd hoort het beleid het houden op grote schaal van varkers zwaar te ontmoedigen en uiterst terughoudend te zijn met het plaatsen van windmolens.

Geen opslag toestaan van chemisch- en nucleair afval in grond; studie maken hoe hierover de regie / zeggenschap verkregen wordt en / of behouden blijft. Ook het opslaan van niet gezuiverde CO2 in lege zout- en gas lagen, velden moet worden tegengegaan.   

Er moet een beleid ontwikkeld worden aangaande verstrekking van vergunningen voor aanleggen proefvelden c.q. het verbouwen van genenethisch gemodificeerd landbouw producten. De toegepaste technieken zijn nog zeer jong en er zitten daardoor onvoorspelbare risico’s aan vast voor de voedselketen. Doordat een genetisch gemanipuleerde product uiterlijk veelal niet of nauwelijks van de oorspronkelijke versie kan worden onderscheiden, is onbedoelde menging voortdurend aanwezig terwijl  er tevens nog onvoldoende kennis / ervaring aanwezig is om menging met andere gewassen (te kunnen) uitsluiten.

Cultuur.

Het Drentse landschap heeft nog ruimte en dus mogelijkheden tot het plaatsen van kunst. Samenwerking met de planologische afdeling(en) kunnen boeiende trajecten opleveren

Het cultiveren van de Drentse cultuur wordt door het overgrote deel van de bevolking onderschreven. Voor het behouden hiervan spelen o.a. musea en de regionale omroep een doorslaggevende rol; er moet voor gewaakt worden dat zij deze taak ook in de toekomst blijvend kunnen waarmaken door hen van voldoende middelen te voorzien.

Economie en milieu

Uitgangspunt zou moeten zijn dat economische groei ter niet ten koste mag gaan van het milieu; kernwoorden daarbij zijn bv. lokaal CO2 neutraal; dit laatste betekent voor mij dat het opkopen van rechten in het buitenland ter compenseren van uitstoot moet worden uitgesloten.

In de jacht op bedrijvigheid moet er blijvende aandacht zijn dat Drenthe niet mag dicht slibben met een surplus aan wegen, bedrijven terreinen en bebouwing daar dit veelal ook betekent meer vervuiling van lawaai, lucht en licht. Niet alléén de toerist maar ook de eigen bewoners waarderen het gemakkelijk kunnen vinden en genieten van rust in hoge mate. Beschadiging van het jarenlang zorgvuldig opgebouwde imago moet dus beslist voorkomen worden.

Om toeristen te kunnen blijven trekken moet een permanente promotie campagne in binnen- en buitenland  gevoerd worden omdat anderen natuurlijk ook niet stil zitten; hiervoor dienen voldoende middelen vrijgemaakt te worden.

Naast de werkgelegenheidsinspanning op het gebied van toerisme, midden – en kleinbedrijf en de zorg moet opwekking van duurzame energie in combinatie met het boerenbedrijvigheid (vergisting, biomassa e.d.) zwaar gestimuleerd worden.

Verder moet geen gelegenheid onbenut worden gelaten tot het ontwikkelen, produceren en gebruik van duurzame energie artikelen in Drenthe zelf zoals zonnecollectoren, warmtekoppelingen enz.

Het  grootschalig inzetten van zon energie via bijvoorbeeld een “ Lofar-achtige “ aanpak biedt wellicht een mogelijkheid.

Het vergroten van waterrecreatie door faciliteiten dienaangaande uit te breiden is een andere; te denken valt aan het aanleggen van steigers inclusief energievoorziening en haven accommodaties in een aantal plaatsen ter ondersteuning van de middenstand.

Industriële arbeidsintensieve productie verdwijnt steeds meer uit Nederland naar lage lonen landen.  Door meer in te zetten op omschakeling naar een kenniseconomie kunnen de ontstane gaten in de werkgelegenheid voor een deel opgelost worden.    Samenwerking tussen Rijks Universiteit Groningen en Hoogeschool Drenthe is in deze dan ook aan te bevelen.

Om ook op termijn het verdwijnen van werk naar lage lonen nog beteren te kunnen compenseren, biedt misschien een treinverbinding van het Noorden via Duitland met Scandinavië een goede kans; de provincie Drenthe, Friesland en Groningen zouden hierin gezamenlijk de regie moeten nemen.

Verkeer

Ondanks of juist door de krimp zijn er dus vele mogelijkheden om de leefbaarheid te verbeteren echter om deze ten volle te kunnen  benutten mag het aan een goede infrastructuur aan wegen, spoor, water, openbaar vervoer en vlieg verbindingen niet ontbreken.

Ook hier is nog een lange maar niet onbegaanbare weg te gaan echter bij het vaststellen van o.a. een tracé moet telkens de invloed op landschap, milieu de rode draad zijn als we de toerisme als één van de belangrijkste peilers willen blijven bestempelen voor de toekomst van onze provincie. 

Het meer gezamenlijke vaststellen van knelpunten aangaande verkeersveiligheid en doorstroming van het auto- en fietsverkeer door provincie en gemeentes is nodig om tot de juiste prioriteitsstelling te komen en suboptimalisatie aangaande onderhoud te voorkomen.

Om enerzijds het autoverkeer door kwetsbare gebieden te ontlasten en anderzijds het werk- en woongenot te verbeteren, is verdere onderzoek naar optimale locaties van transferia / carpoolplaatsen.

Goede en voldoende parkeergelegenheden en bushaltes dienen in overleg met Staatsbosbeheer en ondernemers op plaatsen gebouwd te worden waar de toerist lopend dan wel fietsend de natuur in kan; ook het creëren van overnachting plaatsen voor campers hoort daarbij. Hoe ook tegemoet kan worden gekomen aan routes geschikt voor rolstoelen is het onderzoeken waard.

Projecten welke in de media steeds weer aandacht krijgen en waarin keuzes ter verbetering van structurele bereikbaarheid van gebieden, steden, dorpen en kernen t.b.v. woon- werk en transport zich aandienen, zijn in willekeurige volgorde:

Baanverlenging vliegveld Eelde bij Groningen, verdubbeling spoorverbinding Emmen- Zwolle, spoorlijn Stadskanaal naar Emmen,  kortsluiting A28 / A32 bij Meppel, verbreding A28 (traject Meppel – Zwolle), verbreding N33, vaarverbinding Erica – Ter Apel en grensoverschrijdend “ een optimale  wegen aansluiting van Zuid-Oost Drenthe op het Duitse industriegebied “.

Landsgrenzen zijn geen obstakels meer om te wonen en te werken; grens overschrijdende samenwerking in internationale projecten/netwerken is daarom ook noodzakelijk en dienen gecoördineerd geïntensiveerd te worden.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Gerelateerde Artikelen

Menno Hilverts

Social Blogger / Fotograaf

Geïnteresseerd in alles wat het welzijn van mensen in alle fasen van hun leven verbetert c.q. bedreigt.

M . J . W . Hilverts

Sponsor

Website nodig?
Hilkon helpt u graag

Categorieën