Laatste correspondentie van PvdA lid Menno Hilverts met Tweede Kamer PvdA woordvoerder Henk Nijboer n.a.v. zijn meest recente antwoord (21 juni jl.) per mail op mijn standpunt dat het nieuwe belastingplan uitkeringsgerechtigden discrimineert voor wat betreft hun portemonnee en de toeristische sector (in o.a. Drenthe) om zeep helpt door de verhoging van de BTW en te weinig invulling geeft aan o.a. een fiscale vergroeningswens van het PvdA congres
Zie voor een eerdere mailwisseling de navolgende link:
Reactie Menno Hilverts per mail d.d. donderdag 25 juni 2015 om xx:xx uur
Hallo Henk,
Allereerst bedankt voor jouw reactie, wat ik op zich al erg op prijs stel.
Het rapport Melkert is jl. januari inderdaad door het congres met een resolutie onderschreven. Voor mij is ook belangrijk is dat Linksom! het rapport in een manifest heeft omarmt. Waar ik problemen mee heb en dat onder voorbehoud omdat de rook over de belastingplannen van het kabinet nog niet helemaal opgetrokken zijn, door jou het voornoemde rapport nu publiekelijk als verdedigingslijn van het belastingplan wordt aangehaald en wordt ingezet op BTW verhoging terwijl publiekelijk niet wordt nagestreefd de door Melkert juist nadrukkelijk bepleite vergroening van het belastingstelsel, niets over nivellering door een betere uitwerking van de vermogensbelasting. Ook blijven vennootschapsbelasting en zelfstandigenaftrek onvermeld. ik geen andere conclusie kan trekken dat wel heel erg selectief gewinkeld wordt.
Immers zonder uitputtend te willen zijn, pleit Melkert op fiscaal gebied onder meer voor:
Maximalisering van de opbrengsten uit heffingen op het gebruik van milieuwaarden als tegenhanger van de nu bepleite geleidelijke verschuiving naar en versimpeling van de belasting op consumptie.
In dat kader past ook vermindering c.q. afschaffing van bestaande subsidies, daar waar deze niet in het belang zijn van de milieuwaarden. Vermindering van de scheefgroei in energiebelasting die veel zwaarder drukt op huishoudens en andere kleinverbruikers dan op grootverbruikers.
Vanwege de concurrentie positie van o.a. onze landbouw c.q. industrie en de daarmee samenhangende economische- en werkgelegenheidsbelangen, kan het tempo en de omvang van wijzigingen in voornoemde heffingen en subsidies niet los gezien worden van de voortgang dienaangaande in Europees verband. De klimaatverandering dwingt ons echter om een begin te maken. Consequent harmoniseren van brandstofaccijnzen in Europa voor lucht- , zee- en binnenvaart en de belasting op CO2 uitstoot is van belang om de verschuiving naar heffing op het gebruik van milieuwaarden te kunnen realiseren.
Radicale verlaging van de belasting op arbeid
Dit kan door de grondslag voor de Vennootschapsbelasting te verbreden (minder aftrekposten) en daarmee samenhangend de franchise (vaste korting per werknemer) in de grondslag voor de werkgeverslasten te verhogen zodat bedrijven met meer werknemers een relatief voordeel genieten t.o.v. kapitaalintensieve bedrijven.
Herziening en verbreding van de vermogensbelasting
Internationaal scoort Nederland qua vermogenswinstbelasting, uitgedrukt in een percentage van het totale vermogen van de Nederlandse particulieren na aftrek van (hypotheek)schulden extreem laag. Alleen de ‘vrije’ besparingen worden aangeslagen, het eigen huis en het pensioen- en levensverzekeringskapitaal blijven buiten schot.
De steeds schevere vermogensverhoudingen rechtvaardigen ook een verzwaring van de belastingtarief op erfenissen.
Financiële transacties belasten.
De handel in goederen is gecontroleerd en belast terwijl geldtransacties ongebreideld en onbelast zijn. Een belasting op ‘ flitskapitaal ‘ ?
Herziening van aftrekposten
Met betrekking tot de hypotheekrente aftrek is een belangrijke doorbraak bereikt ; nieuw hypotheken moeten in 30 jaar volledig worden afgelost en het maximale aftrektarief daalt jaarlijks en vindt uiteindelijk aansluiting bij het tarief in de eerste schijf. Verdere versobering is vooralsnog niet gewenst vanwege om de benodigde rust (meerjarige voorspelbaarheid van het fiscale regime) in een herstellende woningmarkt niet te verstoren. Het onevenredige voordeel voor bezitters van dure woningen boven een miljoen verdient aandacht alsook de onbeperkte pensioenpremieaftrek voor hoge inkomens. Aftopping door aansluiting te zoeken bij de premiegrens sociale verzekeringen lijkt een logische keuze. Door verder het aftrek % te beperken ontstaat de mogelijkheid de opbrengst hiervan terug te geven in lagere belastingtarieven en / of verhoging van de arbeidskorting voor lagere en middeninkomens.
Renteniers (mensen met alleen een inkomen in ‘box 3’) zijn vrijgesteld van het betalen van onder meer AOW- en AWBZ premies en ZVW premie terwijl er wel recht bestaat op zeer kostbare voorzieningen; deze weeffout verdient reparatie.
Beëindiging ongelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen bij concernfinanciering ( rente aftrekbaar en winst belast).
De leidt tot allerlei fiscale constructies en tot overmatige schuldfinanciering. Een gelijke aftrek voor zowel eigen als vreemd vermogen haalt de perverse prikkel weg die daarvoor de aanleiding geeft weg. Het maakt mogelijk ook een einde aan de ‘brievenbussen’ firma’s.
Arbeidsmarkt verstorende regels herzien
Er is scheefgroei ontstaan in de belastingdruk op werknemers ten opzichte van ondernemers als gevolg stapeling van MKB winst vrijstelling, zelfstandigenaftrek en diverse heffingskortingen. Het grote verschil in belasting- en premiedruk en veranderingen binnen de arbeidsmarkt zelf heeft er mede toe bijgedragen dat werknemers in loondienst worden vervangen door de inhuur van zelfstandigen bodemtarieven. Een geleidelijke beperking van de zelfstandigenaftrek kan de doorgeschoten flexibiliteit terugdringen.
Internationale coördinatie van rechtvaardige belastingheffing en voorkoming van belastingontwijking versterken.
Zeer vermogende particulieren en internationaal opererende ondernemingen betalen nauwelijks belasting doordat zij bepalen waar de verlies winstrekening komt te liggen. Vanwege de gevoelde onrechtvaardigheid tast dit het moraal van de gewone burger aan om netjes zijn belasting te betalen en dat is ongewenst. Belangrijker is echter dat steeds meer onderzoekingen de mondiaal destabiliserende effecten ervan bevestigen. Mede in verband met de sterk gegroeide (en nog steeds groeiende inkomensongelijkheid bij ongewijzigd beleid), verdient aandacht voor belasting ontwijking / ontduiking en verhoging van de vennootschapsbelasting voor het grootbedrijf prioriteit. .
Tot slot:
De belofte om de koopkracht van ouderen en andere uitkeringsgerechtigden te beschermen en dus te compenseren voor de BTW verhogingen is belangrijk en moet niet alleen vooraf cijfermatig onderbouwd worden voor de onderscheidene groepen binnen de uitkeringsgerechtigden; evaluatie 1 jaar na invoering is zeer gewenst of hetgeen was beoogd ook daadwerkelijk is waargemaakt, zo niet dan dient dit alsnog te worden gerepareerd.
Los van voornoemde zou de inzet van de PvdA zo wie moeten zij het minimumloon en de netto uitkeringen structureel te verhogen.
Alvast bedankt voor de aandacht aan bovenstaande en met vriendelijke groeten,
Menno Hilverts, o.a. congresafgevaardigde PvdA Borger-Odoorn
Antwoord Henk Nijboer per mail d.d. zaterdag 21 juni 2015 om 21:28 uur
Beste Menno e.a.,
Vanzelfsprekend zal de fractie oog houden voor de effecten en moet een eventuele btw verhoging leiden tot meer werkgelegenheid. Dat is immers het doel.
Overigens verwijs ik wellicht ten overvloede nog even naar onderstaande passages uit het door de partij breed omarmde rapport van de commissie Melkert, waarin de voorgestelde schuif is omarmd:
“Ten tweede geleidelijke verschuiving naar en versimpeling van belasting op consumptie. Dit is vanuit ‘klassiek’ sociaal-democratisch denken een lastige optie.
We hebben een lagere BTW op basisvoorzieningen om belastingdruk op lagere inkomens te verlichten, maar nieuwe bevindingen hebben ons aan het denken gezet. Zo werkt volgens het CPB en de OESO belasting op consumptie minder verstorend voor groei en werkgelegenheid, dan belasting op arbeid.
Bij het dalend aandeel van loonarbeid in de economie en bij internationale druk op de tarieven voor de vennootschapsbelasting is er bovendien veel voor te zeggen het aandeel van de consumptiebelasting te verhogen. Zo zullen ook ondernemers, gepensioneerden en renteniers naar verhouding meer bijdragen.
Ook is het interessant om naar het noorden te kijken, waar Noorwegen en Zweden een hoog tarief van 25% en Denemarken één vlak tarief van 25% toepassen. We willen dat niet zomaar overnemen, want voor de spreiding van negatieve koopkrachteffecten moet er natuurlijk breder worden gekeken.
De gestegen inflatie in 2013 is voor een deel ook terug te voeren op de recente tariefsverhoging.
Kleine stapjes gespreid over meerdere jaren zijn dan ook het beste als deze kant zou worden opgegaan.
In dit verband is het ook de moeite waard nader te bestuderen of het lage tarief nog wel aan zijn doel voldoet.
Er zijn analyses die aantonen dat hogere inkomens relatief meer van het lage btw tarief profiteren dan lage inkomens.
Dit komt doordat zij duurdere producten kopen, meer voedsel weggooien, vaker naar theater en concerten gaan en aanzienlijk vaker naar restaurants.
We zouden moeten proberen de toepassing van het lage tarief te beperken tot echt essentiële huishoudelijke boodschappen en tot arbeidsintensieve diensten ter stimulering van werkgelegenheid en goed milieubeheer (reparaties worden goedkoper dan vervanging).
De totaalopbrengsten uit de BTW kunnen verder worden verhoogd door de afschaffing van de vele vrijstellingen (voor onder meer medische zorg en overheidsdiensten). Dat zou dan meteen een einde maken aan gekunstelde ontwijkingsconstructies en eindeloze afbakeningsproblemen van wat wel en wat niet btw- plichtig is.”
Met vriendelijke groeten, Henk Nijboer
Reactie Menno Hilverts per mail d.d. zondag 20 juni 2015 21:44
Hallo Henk,
Bedankt voor de snelle reactie, hetgeen ik zeer waardeer.
Nu even zakelijk en dat op persoonlijke titel:
Zoals je weet zijn cao onderhandelingen voorbehouden aan de sociale partners (werkgevers en werknemers) en als zodanig staat het cao overleg dan ook los van het belastingplan van het kabinet waarvan de PvdA deel uitmaakt, en bij invoering van het belastingplan draagt zij dan ook volledige verantwoordelijkheid voor de gevolgen die dat heeft. Dit geldt zeker daar waar dat beleid bewust de werkenden financieel meer laat profiteren dan de niet-werkenden, te meer daar deze structurele verschillen nu naar de toekomst toe alleen maar groter worden.
Op zich ben ik dan ook nog niet gerustgesteld en blijf het proces m.b.t. ongelijke behandeling van werkenden in vergelijking met de niet-werkenden kritisch volgen, en vindt het transparant afleggen van verantwoording via een cijfermatige onderbouwing naar de kiezer in het algemeen en onze eigen leden in het bijzonder, van zo’n groot belang dat het mij een motie waard is op een politieke ledenraad c.q. congres
Tot slot m.b.t. de voorgenomen BTW verhoging in het nieuwe belastingplan:
Op de politieke ledenraad van 31 mei jl. heb ik jou nog kort gesproken over de BTW verhoging met betrekking tot de werkgelegenheid in Drenthe. Reeds jarenlang zetten de provincie Drenthe en het overgrote deel van haar gemeenten individueel en in gezamenlijkheid zich met prioriteit in om, binnen de hun gegeven hun financiële mogelijkheden, de recreatieve sector structureel verder te ontwikkelen. Dit is mede ingegeven om de nog steeds voortdurende krimp op het platteland tot stilstand te brengen.
Met creatieve ideeën gekoppeld aan gerichte publiciteitscampagnes wordt alles in het werk gesteld en elke gelegenheid aangegrepen / benut om de recreatie in Drenthe aan populariteit, zowel in binnen- als buitenland, op te schalen.
Het is dan ook heel zuur dat grote delen van deze sector zullen worden getroffen door de beoogde BTW verhoging van 6 naar 21 %. De sector maakt zich dan ook terecht grote zorgen dat een groot deel van de reeds geboekte en nog te verwachten vooruitgang als gevolg van al die inspanningen, weer verloren gaat. De Provinciale Staten en het College van Gedeputeerde Staten van Drenthe delen deze zorgen. De werkgelegenheid in de andere sectoren was al nooit florissant en kavelt ook nog eens af, zoals ook jou bekend is.
Een voorstel zou kunnen zijn om per provincie op korte termijn te laten onderzoeken of en zo ja er een sector aanwijsbaar is waarvan logischerwijs mag worden aangenomen dat die buitenproportioneel veel nadeel zal ondervinden van de verhoging van de BTW en dan te overwegen deze hiervan uit te sluiten c.q. hiervoor te compenseren.
Alvast bedankt voor de aandacht aan bovenstaande en met vriendelijke groeten,
Menno Hilverts, o.a. congresafgevaardigde PvdA Borger-Odoorn
