Voor een Sociaal Nederland Samenwerken aan een Solidaire Toekomst

Risico financieel participeren in aanleg glasvezel bij uitvoering reconstructie Zuiderdiep Nieuw Buinen

Waarom de ooit gebruikelijke voortzetting van pensioenopbouw tijdens werkloosheid stopte, de consequenties daarvan en een mogelijke oplossing

Inleiding.

Na een aantal keren uitgesteld te zijn, werd per 1 januari 2011 de instroom van werklozen in de WW  in de FVP bijdrageregeling definitief beëindigd.  WW ’ers konden mits zij aan de voorwaarden voldeden, het pensioen dat zij via de laatste werkgever hadden opgebouwd, tijdens de werkloosheid met een bijdrage van de Stichting FVP (Fonds Voortzetting Pensioen) voortzetten.

Sinds 1999 tot ultimo 2010 hebben ongeveer één miljoen mensen een eventueel pensioengat tijdens werkloosheid verkleind door gebruik te maken van de FVP-bijdrage. Uit deze cijfers kan dus worden geconcludeerd dat Stichting FVP sinds haar oprichting in een maatschappelijke behoefte voorzag.

Een van de taken van een overheid is voorwaarden scheppend te zijn voor de economisch ontwikkeling ten voordele van het welzijn de bevolking. Een van de (krachtigste) mogelijkheden daarbij is te zorgen voor een goede infrastructuur en een beleid die niet alleen  gericht is op instandhouding c.q. continue verbetering van het bestaande maar ook een beleid dat kan  participeren op een dynamische omgeving. De wereld staat immers niet stil.

Met de infrastructuur wordt hier bedoeld onroerend goed voorzieningen zoals wegen, kanalen, bruggen, riolering, spoor, elektriciteit- en telefoonkabels enz. In het verleden vaak als individuele stukken aangelegd en daarna steeds meer opgenomen in netwerken. Die ontwikkeling heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de welvaartsstaat die Nederland nu is.

De overheid is  verantwoordelijk voor de aanleg en beheer van de infrastructuur waarbij regionale overheden zoals gemeenten en provincies een verantwoordelijkheid hebben voor het lokale.

De glasvezel is een volgende stap in de ontwikkeling van de infrastructuur. Het is een belangrijke factor voor het vestigings- en ondernemingsklimaat in een regio en noodzakelijk voor het in stand houden c.q. verbeteren van de leefbaarheid in de dorpen om leegloop van het platte land te voorkomen.

Een gemeentelijke overheid heeft de plicht aansluiting te behouden op de landelijke overheidstrend. In deze betekent niet meedoen, op zijn minst stilstand.

Nu het burger initiatief van ECO Oostermoer nog niet die belangstelling heeft kunnen wekken die nodig was om tot een corporatie te kunnen komen, had de gemeente haar verantwoordelijkheid dan ook zonder meer dienen te nemen. Dit mede ook gezien de feiten, dat:

  1. ECO Oostermoer pas in de week voor de Paasdagen door de Gemeente is betrokken bij de voor de  glasvezel relevante reconstructiewerkzaamheden en het daardoor op voorhand al onmogelijk leek de bewoners nog te overtuigen zelf financieel deel te nemen in het bekostigen van de aanleg ervan. Tegen beter weten in is het toch geprobeerd; het resultaat was voorspelbaar te mager.
  2. De uitkomst werd mogelijk ook nog eens negatief beïnvloed doordat een bewoner van het Zuiderdiep een mailtje in de buurt had verspreid dat de geplande bijeenkomst niet doorging.  
  3. De kosten van aanleg op een later tijdstip voor de gemeenschap het drie a viervoudige zullen bedragen.

Liep de gemeente eigenlijk wel een groot risico ?

Volgens de gemeente wel.

Het is echter zeer twijfelachtig of dat standpunt houdbaar is. Immers wanneer de corporatie van de bewoners niet tot oprichting komt en de stichting ECO Oostermoer de kosten van de aanleg ook niet kan voldoen, staat tegenover de gemaakte kosten (ingeschat op ca. 40000 euro) een onroerend goed. Dit is namelijk de glasvezelleiding in de grond waarvan de gemeente dan de eigenaar zou zijn geworden. De Gemeente bepaalt dan welke diensten er op de glasvezel mogen worden aangeboden, welke providers zij wil toelaten en wat die providers moeten betalen om gebruik te kunnen maken van die kabel. Het uitgegeven geld verdwijnt dus niet in een zwart gat.

Anderzijds, even los van voornoemde argumentatie omdat daar wellicht wat op valt af te dingen, is kwantitatief bezien het nemen van dat risico onverantwoord ?

Voor de beoordeling hiervan, is het een goede maatstaaf en daarom een veel gebruikte methode, het te nemen maximale risico in het perspectief te plaatsen van de gemeentelijke begroting. Het benodigde bedrag voor het aanschaffen van de glasvezel en het nu leggen in de grond, is beraamd op 40000 euro; dat is dus tevens het maximale bedrag wat de gemeente kan verliezen bij voorfinancieren van het project.

De overschot op de begroting is door wethouder Bruintjes de vorige week verhoogd met 600000 euro en daarmee gestegen tot 930000 euro. De totale begroting bedraagt zo’n 50 miljoen euro. Wordt het risico hierin uitgedrukt dan bedraagt deze dus max. 0,08%. Het is m.i. heel  wel  verdedigbaar dat dit een te verwaarlozen risico is en al helemaal indien dit wordt afgezet tegen de onbetrouwbaarheid in de begroting zelf. Deze is meer dan het 20-voudige en daarover wordt niets gezegd.

Door het College werd verder de opmerking gemaakt dat er voor haar nog veel niet duidelijk was in de opzet van ECO Oostermoer zoals o.a. de techniek waarop aansluiting zou worden verkregen met de al bestaande glasvezel langs de N33 en dat ook dit een reden was voor het college om niet in te stemmen met het voorfinancieren nu, vanwege het risico die dat wederom met zich mee zou brengen. Ook dit is een uiterst eigenaardige redenering immers hoe die aansluiting technisch ook tot stand komt, de beoogde glasvezel langs de Zuiderdiep zal er in alle gevallen moeten komen als de bewoners alleen al daar, willen kunnen profiteren van de mogelijkheden die breedband geeft en welke als gevolg van de technische doorontwikkeling ook nog steeds maar meer zullen toenemen.

Tot slot:

VERANTWOORDELIJKHEID DRAGEN IS NIET GEMAKKELIJK . MOED IS EEN KEUZE. ALS MOED ONTBREEKT DAAR WAAR HET ONBREKEN ERVAN REMT, MOET DAAR IETS AANGEDAAN WORDEN. VOORUITGANG VERGT MOED

Wordt eventueel vervolgd!

Hierin zal dan mogelijk aan de orde komen:

  • Wat de instapkosten voor de bewoners waren geweest bij de beoogde corporatie en het minimaal vereiste aantal deelnemers
  • Hoe de instapkosten door de bewoners en door de gemeente te verlagen zijn,
  • Waarom het juist zo belangrijk is voor het platteland dat het tot een oprichting komt van een corporatie
Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Gerelateerde Artikelen

Menno Hilverts

Social Blogger / Fotograaf

Geïnteresseerd in alles wat het welzijn van mensen in alle fasen van hun leven verbetert c.q. bedreigt.

M . J . W . Hilverts

Sponsor

Website nodig?
Hilkon helpt u graag

Categorieën